Vooruit in de strijd tegen armoede! – verslag zaterdag 3/2/2024

Auteur: L. Valgaeren —

Op zaterdag 3 februari ll. ging in het House of Compassion een voormiddag door rond het thema ‘Vooruit in de strijd tegen armoede’. Omwille van de weersomstandigheden weken we uit naar Het Anker, het sociaal restaurant in de Marcqstraat.

Er waren drie bevlogen sprekers die ons elk op een eigen manier mee namen in hun strijd tegen armoede.

Memorandum 2024

Christa Matthys (Brussels Platform tegen Armoede) – memorandum 2024 aan de beleidsvoerders

Zij had het vooral over het memorandum dat het platform in het voorjaar zal publiceren, samen met nog andere organisaties. Dit document kwam tot stand op basis van input geleverd door mensen in armoede. Dit memorandum stelt vier ‘speerpunten’ voorop die als ingangen kunnen gezien worden voor hun eisen:

  1. de structurele verankering van de participatie aan het beleid van mensen in armoede en dit op alle niveaus;
  2. het garanderen van een kwalitatieve dienstverlening voor hen , zowel in de publieke als in de private sector; dit in de context van steeds verregaander digitalisering
  3. het beter reguleren van de private huurmarkt door a) de huurprijzen af te stemmen op het inkomen van eventuele huurders, b) het voorkomen van speculatie op de huurmarkt en c) het bestrijden van leegstand;
  4. het hervormen van de ‘gecombineerde vergunning‘ in de zin van het meer afstemmen van die vergunning op knelpuntberoepen op de arbeidsmarkt zodat op die manier meer mensen een wettig verblijf kunnen krijgen, ook in België.

Studie over niet begeleide minderjarige vluchtelingen 

Celine Graas  (Forum Bruxelles contre les inégalités)

Zij bracht een samenvatting van de resultaten van een ‘collaboratief actie-onderzoek’ dat ze samen met Lelubre Marjorie deed rond Niet Begeleide Minderjarige Vluchtelingen (NBMV) in Brussel. In dit type onderzoek werken academici samen met mensen uit het middenveld en werken ze het omzetten van aanbevelingen in concrete maatregelen.

  1. Zij noemde de NBMV’s een ‘zwervend publiek’ dat zowel op fysiek als op psychisch vlak ‘ronddwaalt’ en stelde dat, ook al heeft men een onderdak, daarmee het probleem van het zwerven niet opgelost is. Integendeel! Het is volgens Céline een illusie dit probleem aan te pakken zonder dat er rekening gehouden wordt met de primaire behoeften van deze jongeren. Zij hebben immers meerdere, met elkaar verweven behoeften waar de zorg zich moet aan aanpassen (en niet omgekeerd!).
  2. Ingaande op het beschikbare aanbod in het Brusselse Gewest stelde zij dat het van essentieel belang is om een reflectie op gang te brengen over de reële toegankelijkheid van de verschillende diensten en meer werk te maken van laagdrempeligheid en soepeler toegangsvoorwaarden.
  3. Ten derde pleitte ze voor de opening van een speciale opvang voor dakloze NBMV’s, een opvang die een bufferfunctie kan vervullen tussen de straat en het bredere zorgnetwerk, die een hechtings- of vertrouwensplaats kan zijn en een informatiepunt voor professionals en voor de jongeren zelf.

Céline is ook betrokken in een project om dergelijk opvangcentrum te openen.

Rechten en erkenning van daklozen

Filip Keymeulen (Diognes vzw) is auteur en straathoekwerker

Als derde spreker kwam Filip Keymeulen aan het woord. Filip is straathoekwerker en auteur van het boek ‘Alhambra’ (in het Nederlands) of ‘Coupés du monde’ (in het Frans).

Om te beginnen typeerde hij kort DIOGENES, de organisatie waar hij al heel wat jaren voor werkt, en de mensen die hij via zijn werk bereikt: ¾ heeft een verslavingsproblematiek, 30 à 40% leeft in psychische precariteit.

Pijnpunten zijn voor hem vooral:

  1. Het miskennen van het recht ‘om te zijn waar je bent’ en je vrij in de publieke ruimte te kunnen begeven en bewegen. M.a.w. de daklozen worden door de ordediensten geviseerd onder andere door het verbod op alcohol in publieke ruimtes en door gasboetes allerhande. Daardoor weten ze niet (meer) waar ze (dan wel) terecht kunnen.
  2. De sluiting – steeds vaker – van specifieke afdelingen voor drugs- of alcoholverslaafden in de Brusselse ziekenhuizen en de lange wachttijden voor een of andere behandeling.
  3. Het sluipend cynisme in de publieke opinie – ook in de media! – in de manier van denken en spreken over thuislozen en hoe men daardoor in de feite het individueel leed in Brussel nog vergroot.

Filip bracht in dat verband ook even de buurtcomités ter sprake. Bedoeld als een vorm van burgerparticipatie bestaat  er echter ook daar ongelijkheid of onevenwicht. Dit gebeurt o.m. door de samenstelling ervan: de meest kwetsbaren, zoals de sekswerkers of de verslaafden, zijn er ondervertegenwoordigd en missen daardoor een kans om hun ‘gedeelde of gemeenschappelijke’ problemen aan bod te laten komen.

Zijn algemeen besluit was: er is een serieuze ‘verharding‘ aan de gang in de toegankelijkheid van openbare diensten (OCMW’s of ziekenhuizen) en privé-initiatieven (verenigingen allerhande) en o.a. door de politiek die gevoerd wordt rond het verblijfsstatuut “maakt men in Brussel meer en meer mensen kapot”…

 

Na de toespraken was er gelegenheid tot het stellen van vragen en vertelden enkele aanwezigen eigen ervaringen in verband met de besproken thema’s. Nadien was er warme  soep met brood en toespijs, aangeboden door medewerkers van HoC, waarvoor dank!!